vormgeving: ruttens–wille
A. 1. Eerste letter
van ons alfabet. Heeft van de zijkant wat weg van een keukentrapje, dat men kan
gebruiken om, zeg eens iets, beetrijpe appels te plukken die te lui zijn of
principieel weigeren uit de boom te vallen. 2. Volgens Ludwig Wittgenstein in
zijn prilste denkstadium is ‘A’ in elk geval dezelfde letter als ‘A’. Hallo? One more time, baby. Volgens zijn
biograaf verklaarde de filosoof zo het verschil tussen tonen en beweren: ‘dat
er verschillende dingen zijn (voorwerpen, feiten, relaties) kan niet worden
beweerd, maar wordt getoond doordat
er verschillende symbolen zijn, en het verschil daartussen kan onmiddellijk
worden gezien’. 3. Eerste letter van
het Griekse en het Fenicische alfabet. Door spellingshervormingen is uit beide
woorden wel iets weggevallen: alpha werd alfa, en aleph werd alef.
Aaliyah. Ik vind het
verstandig om in een encyclopedie zo snel mogelijk onbekendheden te bespreken.
Het gaat hier om een R&B-zangeres,
die zeer jong, om niet te zeggen minderjarig, trouwde met de producer van haar
debuutplaat Age Ain’t Nothing But A
Number, R. Kelly (in een belendend universum rinkelt een sacristiebelletje,
‘I Believe I Can Fly’) en op tweeëntwintigjarige leeftijd in augustus 2001 na
de opname van een videoclip op het Bahama-eiland Abaco neerstortte in een
tweemotorige Cessna. ‘Come back in one piece’ was haar laatste hit. Vrede over
Aaliyah, wij danken u voor de aandacht en oefenen onze vingers verder in
Ctrl-C.
Aalmoes.
Bijbelse, niet-overheidsgestuurde, op toeval en charme berustende bijdrage aan
het levensonderhoud, ten gunste van mensen die bedelaars worden genoemd, te
verkrijgen door een knieval (indien de bedelaar van dienst nog beschikt over
knieën). Volgens de van oorsprong Schotse filantroop Andrew Carnegie, die in
Amerika van katoenspinner miljardair was geworden, voor bijna honderd procent
verspild geld. Sprekend over charity
to-day becijferde hij dat van duizend dollar er beter 950 dollar in zee zou
worden gesmeten. Heil zij met hem die vruchtbaar aan defensie betaalde om niet
in de Burgeroorlog te vechten. In 2020 kwam het bericht dat het woord ‘aalmoes’
uit de nieuwe Bijbelvertaling zou wegvallen, omdat niemand het nog zou kennen.
In plaats daarvan het educatieve ‘gift uit barmhartigheid’. Taalkundige Marc
van Oostendorp vermoedde dat dit laatste woord evenmin breed bekend is, maar
minder ongunstige associaties had.
Aanbod. Dat wielrenner Stig Broeckx meer dan duizend dagen na
zijn doodsmak en revalidatie krijgt, om mee te doen aan de Paralympische
Spelen. Hij bedankt er vriendelijk voor, want voelt zich ‘voorlopig nog beperkt
genoeg’ om te participeren. Wel had hij zich erbij neergelegd zijn geheugen
kwijt te zijn. Of zoals een van zijn medisch begeleiders het uitdrukte: ‘Zijn
harde schijf is helemaal gewist.’
Aandachtsboog. Woord voor de hoeveelheid concentratie
die mensen kunnen opbrengen. Ze zou afnemen, onder druk van de technologie die
steeds kan storen met een nieuwe prikkel (bij wie dit toelaat). Zo worden
mensen minder scherp, op wat er rondom in de wereld gebeurt, jegens de naaste,
een tekst. Ze treffen minder vaak doel bij het detecteren van onrecht,
hulpvragen en intenties. Er ontgaat dus voortdurend, sijpelt weg, reduceert. Blust
dat de scheppingsdrang, of wakkert het dat aan? Tegen het woord zou ik veeleer
‘aandachtsspanne’ zeggen, zodat het explicieter een wapen wordt dat een
gebruiker behoeft. Maar wie per ongeluk in de roos schiet is geen native
American. Ook kan een te zacht schot de pijl alsnog laten vallen uit het
gewenste punt.
Niemand ontsnapt aan de zwaartekracht. Op aarde regeren wetten die ons
neerduwen, tot het graf erop volgt. Minstens zo onzalig eindigen verlangens.
Honger naar kennis leidt in de Bijbel tot de zondeval en de vliegdrang van
Icarus vindt voltooiing op de zeebodem.
Is het ooit goed? De een valt voor het vaderland, de ander voor de
liefde, een derde voor het grote geld. Even doeltreffend leert de zwaartekracht
over geschiedenis. De twintigste eeuw zou vervroegd zijn gestopt met de val van
de Berlijnse Muur, de eenentwintigste eeuw zou vertraagd zijn gestart met
ingestorte broedertorens in New York.
Voelen we opluchting of ontsteltenis wanneer niets of niemand ontkomt?
Er zijn sporters, zatlappen, acteurs, schoonheden, miljardairs, dromers,
timmerlui en wie niet. Marc Kregting geeft ruimte aan al hun verhalen. Vaak
zijn ze komisch, bij vlagen dramatisch. De pijn van een afgrond is anders dan
die van een bananenschil.
Trouw aan zijn schrijverschap dat meer dan een kwarteeuw beslaat, tast
Kregting de taal wanhopig af. Onderweg slaat de bodem onder zijn leven weg. Het
geheugen moet hem overeind helpen. Zo is De
encyclopedieën van de val meteen een eerste autobiografie, een bron van
wetenswaardigheden en een fust vol kolder.
De reis door dit boek begint overal, direct. Een traject van A tot Z
kan ook. Elke route brengt zowel vederlichte als loodzware ervaringen teweeg.
De grappen, het verdriet en de wonderen die hier zijn verzameld bieden stof
voor talloze romans.
‘Grote termen die nog een beetje in de lucht
blijven hangen. Een tonen van veelzijdigheid.’ (Jelle van Baardewijk, De nieuwe wereld)
‘Ik maak van De Encyclopedieën van de Val het bladerboek dat het is en raad dat
iedere koper van dit prachtige boek aan. Struin met de deur in huis door deze
‘stof voor talloze romans’ en lees waar het deze keer open valt …. en zo ook je
mond.’ (Rob H. Bekker, Bazarow)
‘deze encyclopedie ondergraaft zichzelf, maar net daardoor ontstaat betekenis. Er valt hier iets menselijks te begrijpen.’ (Jan-Bart Claus, rekto:verso)
‘Personages en plot werken voor Kregting als
een dwangbuis (…) een soort ‘encyclopedie’, die soms veel weg heeft van een
woordenboek, dan weer lijkt op een verkorte autobiografie. Bijvoorbeeld als het
gaat over zijn eigen problematische literaire carrière. (…) vaak potsierlijke
lemma’s. Vooral die over de underdog in de samenleving zijn goed
vertegenwoordigd.’ (Wim Fievez, NBD
Biblion)
‘een groots project (…) een humoristisch, absurdistisch boek vol losse beschrijvingen waarin telkens de kwetsbare positie van de mens wordt benadrukt.’ (Rosan Hollak, NRC Handelsblad)
‘Extreem belezen, zeer slim, grappig, spitsvondig (…) Een levenswerk. Een aanrader’ (Ruth Joos, Brommer op zee)
‘Zeshonderd pagina’s tellend traject van A tot
Z, waarin auteur-criticus Marc Kregting inventariseert hoe niemand zomaar
ontsnapt aan de zwaartekracht. (…) Kregting weeft autobiografische elementen
doorheen de zowel lichtvoetige, ironische als doodernstige lemma's.’ (Dirk Leyman, De Morgen)
‘Innemend zijn de autobiografische fragmenten (…). Uit elk lemma spreekt Kregtings obsessionele liefde voor taal: ‘Nippertje, Het. Mogelijk te vinden in de buurt van de valreep.’ De teksten zijn onderhoudend, bij momenten hilarisch en zelfs leerrijk. Kregtings ‘valencyclopedie’ is een originele krachttoer, een wonderlijke ode aan de verticaliteit.’ (Laurent De Maertelaer, HUMO)
‘Van de grootste, beste, grappigste,
stilistisch meest superieure en helaas nog steeds onbekendste nog levende
auteur van de Lage Landen!’ (Laurent de Maertelaer, Goodreads)
‘Kregting verschuilt zich achter zijn valse
bescheidenheid. Dat kan overigens ook vermakelijk uitpakken, zoals wanneer hij
zijn pretentieuze titel belachelijk maakt. (…) Ik heb enorm veel personen en kwesties langs
zien komen waarvan ik geen benul had, maar ik moet na het uitlezen ook
constateren dat ik me weinig herinner van de gepresenteerde kennis. Wat ik me
wel uitstekend kan herinneren is hoe het er met Marc Kregtings geestelijke en
lichamelijke gezondheid voor staat. Dat bewijst eens te meer dat het boek niet
als naslagwerk is bedoeld, maar als autobiografische literatuur.’ (Arjen Mulder, de Nederlandse Boekengids)
‘Zijn omschrijvingen (die vaak veel langer
zijn dan de voorbeelden, soms een halve pagina) zetten je aan het denken en
maken je aan het lachen (hoewel ze eerder absurd dan satirisch zijn), en
bestaan vaak uit waarnemingen, anekdotes, mijmeringen en herinneringen. Een
bladerboek om diagonaal te lezen.’ (Raymond Noë,
Boekenkrant)
‘Ik geloof dat Kregting, iemand die zijn hele loopbaan aan alle genres heeft willen ontsnappen. met de encyclopedie in zijn vorm gevallen is. (…) Van de Nederlandse literatuur is de essayistiek mijn minst favoriete genre. Er zijn maar weinig schrijvers die iets anders proberen te schrijven dan soms misschien wat langere columns. Kregting staat alleen al daarom op eenzame hoogte.’ (Marc van Oostendorp, Neerlandistiek.nl)
‘Een van onze allerbeste essayisten van de voorbije decennia (…) een absoluut uniek boek, dat bovendien verschillende boeken in zich draagt. Met deze encyclopedie koopt de lezer tegelijk een geschiedenis van de sport, een kroniek van de populaire cultuur en een overzicht van de moderne letterkunde. Maar even goed is het boek een vervormd filosofisch traktaat’ (Jürgen Pieters, Doorbraak)
‘Dit heerlijke boek van Marc Kregting’ (Bieke Purnelle, Twitter)
‘Een prachtig boek. Honderden letterlijke vallen. Maar net zo verwonderlijk, en te bewonderen, zijn Kregtings bruggetjes naar andere vallen. Taalinvallen. (…) Als lezer blijf je scannen, wat dit boek zo verslavend maakt. Je slaat het open en begint waar je wil. Een veel geestiger boek valt niet te vinden.’ (Rik Van Puymbroeck, De Tijd)
‘een fantastisch bevrijdingsproject: namelijk om poëzie, in de brede zin van dat woord, gaande van verhaspelingen tot liedteksten en gedichten, te lezen buiten het ‘officiële’ kader van een dichtbundel (…) Het is een boek om in de lijnbus te lezen, op een vol terras of in een drukke treincoupé, omdat in elk lemma het geroezemoes van de meest diverse stemmen doorklinkt’ (Daniël Rovers, De Standaard)
‘Helemaal verliefd op geworden. Er is geen
boek dat hierop lijkt. Een poging het onuitputtelijke in alles te vinden. Een ontzettend
grappige schrijver. Een naslagwerk als je niet weet wat je wilt weten’ (Stan, Hijman ongerijmd)
‘Een encyclopedie is een verzameling, liefst zo volledig mogelijk, van zekere kennis, er zijn feiten en er zijn analyses die daarop gebaseerd zijn, uiteraard zijn er ook ideologische encyclopedieën, de Katholieke en de Vlaamse zijn daarvan een voorbeeld maar ook deze willen een totaaloverzicht van het ingenomen domein geven. De ambitie van Kregting gaat veel verder : de val is de zijnstoestand van de mens, de ambitie is dus al bij voorbaat gevallen : onmogelijk is het dit te omvatten, toch is daar het streven, zeker wanneer we beseffen dat elk lemma een ander kan verbergen. (…) waar ‘vroeger’ de religieuze aanvaarding deugdzaam was, de nederigheid dienend, is het synoniem al veel minder deugdzaam – men moet zich niet neerleggen bij de feiten die fouten zijn – dit is de militante (niet te verwarren met de activistische) cultuur waaruit Kregting stamt en die hij (tegen beter weten in) in stand wil houden – de kritische filosofie toegepast op de cultuur, de literatuur (…) dat de encyclopedie in haar geheel en in sommige lemma’s tot een antikapitalistisch manifest uitgroeit en dat dit gedaan wordt via de taal (…) Ook mag er niets vergooid worden – dit is dan het project van Marc Kregting : de mens bewaren is de maatschappij behoeden – denk scherp, weet weinig.’ (Johan Velter, sfcdt 1, 2, 3)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.